Veel gebruiken, denkbeelden en feesten in de kerk zijn terug te voeren op het jodendom. Piet van Midden, protestants predikant en docent Hebreeuws aan de Tilburg University, legt uit hoe het zit met Sjavoe’ot en Pinksteren. Over oogsten, de Thora en vuur.
Soms moet je in de Bijbel kunnen tellen. Neem het pinksterfeest: het woord ‘pinkster’ komt van het Griekse pentacosta en betekent vijftig. De vijftigste dag sinds wat? Sinds Pesach, het joodse PasenVerder lezenDe joodse wortels van Pasen. Van huis uit was Pinksteren een oogstfeest. Met Pesach was de eerste gerst rijp, en zeven weken later de tarwe. Daarom noemen de joden Pinksteren Sjavoe’ot, het ‘wekenfeest’.
Zeven weken
Die zeven weken worden in de synagoge letterlijk geteld. Er staat een kalendertje dat de dag aangeeft: de zoveelste dag van de Omer. Deze Omertelling vinden we ook terug in het bijbelboek Ruth. Ruth en Naomi komen op Pesach aan in Betlehem en de volgende zeven weken van de Omer vinden we in Boaz en Ruth een verliefd stel. Met Pinksteren wordt het boekje Ruth gelezen.
Maar we zijn nog niet uitgeteld, want bij een oogstfeest is het niet gebleven. De joden vieren met Pesach de uittocht uit Egypte. Zeven weken later zijn ze aangekomen bij de berg Sinaï. Daar ontvangt Mozes de Tien Geboden, de basis van alle andere geboden. Daarmee is het geloof van Israël begonnen. Volgens de joodse traditie zijn de geboden gegeven in zeventig talen, de talen van alle volkeren.
De gave van de Thora
Pinksteren werd zo het feest van de gave van de Thora. Daarom brengen velen dit feest door met het bestuderen van de Thora, ook ’s nachts. Daar is zelfs een speciaal studieprogramma voor. Maar Pinksteren is geen zelfstandig feest: het is de vijftigste dag van Pesach, het feest van de bevrijding uit Egypte. Daarom is dat kalendertje van de Omertelling zo gek nog niet.
In het Nieuwe Testament gaat het in het bijbelboek Handelingen over een bijzonder pinksterfeestVerder lezenBetekenis van Hemelvaart, wezenzondag en Pinksteren. De leerlingen van Jezus zijn samengekomen in een synagoge (‘huis van samenkomst’) in Jeruzalem. Het is de plek waar ze moeten wachten ‘op wat de Vader heeft beloofd’ (Handelingen 1:4). Het geluid van een windvlaag klinkt, vuur verspreidt zich over de aanwezigen, de Geest van God komt over de leerlingen. De andere aanwezigen verbazen zich: zij kunnen in hun eigen taal horen wat er gezegd wordt.
Voor iedereen verstaanbaar
Lucas, de schrijver van Handelingen, somt op hoeveel nationaliteiten er wel niet aanwezig zijn: het hele Romeinse Rijk, de hele wereld! Zoals de Thora volgens de traditie gegeven is in zeventig talen, zo wordt in Handelingen 2 het evangelie van Pasen voor iedereen verstaanbaar. En zoals op de berg Sinaï God verschijnt in vuur, zo danst het vuur op de hoofden van de aanwezigen in Jeruzalem.
Zoals de gave van de Thora het bestaan van Israël mogelijk maakte, zo kan de christelijke kerk terugvallen op Pinksteren, op de Geest van God en natuurlijk op Pasen. Daarmee is het immers allemaal begonnen.
Zie ook de vorige aflevering in deze serie:
Illustratie: Roel Ottow