Gerard van Zanden (1986) is gemeentepredikant in hervormd Katwijk aan Zee. Sinds zijn gesprek met hardstyle-dj Sefa beseft hij meer dan ooit dat God zijn koninkrijk blijft uitbreiden, ondanks de krimp van de kerk. “Hij gaat dwars door de kerkmuren heen die wij hebben opgezet.”
- gemeentepredikant in Hervormde Gemeente Katwijk aan Zee, daarvoor in Urk en Pesse
- studie theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen, gepromoveerd in Amsterdam
- voelt zich verwant aan de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk
Hoe ervaar je je roeping?
“Ik ben theologie gaan studeren omdat ik het een interessante studie vond. De predikantsmaster ben ik vooral gaan doen omdat ik dan twee jaar langer studiefinanciering kreeg, maar ik was drukker met studentassistentschappen. Daarna wilde ik graag promoveren. Toen ik in die tijd een keer preekte in Dwingeloo, tipte een kerkganger mijn naam bij de vacante, nabijgelegen gemeente Pesse. Daardoor ben ik onverwacht – en eigenlijk te vroeg - toch gemeentepredikant geworden. Een dienst in de gereformeerde gemeente van Hoogeveen, die mijn vrouw en ik bijwoonden tijdens een vrije zondag, zette veel in beweging bij mij. De eerbied en ernst in die dienst miste ik in mijn eigen preken en manier van dominee zijn. De gemeente in Pesse gaf me de ruimte voor mijn zoektocht. Toen ik later een beroep aannam naar Urk, paste dat helemaal bij me. Later kreeg ik rust over hoe de weg naar mijn roeping is gelopen. God doet alles op zijn manier, en dan is het goed.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Rust en ruimte op zijn tijd. Predikant zijn is in veel opzichten ook gewoon een baan. Daarnaast probeer ik mijn roeping duidelijk voor ogen te houden. Anders ga je je per ongeluk druk maken over bijzaken. Als predikant kun je je ook wel eens eenzaam voelen. Niemand weet hoe het voelt om dominee te zijn, behalve je collega's. Daarom spar ik graag met andere predikanten over ons werk. Bij hen heb je aan een half woord genoeg. Daarnaast weet ik me enorm gesteund door mijn kerkenraad, die me alle ruimte geeft om de vreugde in het werk te behouden.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Door van mijn hart geen moordkuil te maken en af en toe een rondje hard te lopen. Ook mijn vrouw is een enorme steun voor me. Zij trapt tijdig op de rem als ze ziet dat het even niet goed met me gaat. Het heeft best wat tijd gekost voor ik besefte dat ik als gehuwd predikant met vijf kinderen niet kan leven en werken als de ongehuwde predikant met nul kinderen toen ik mijn loopbaan begon. Daarnaast moest ik leren om op een goede manier om te gaan met kritiek. Ik leg iets van mijn ziel in mijn preken. Als iemand daar om wat voor reden dan ook gehakt van maakt, kun je het wel relativeren - maar het komt wel binnen!”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Het predikantschap is heel veelzijdig. Dat maakt het werk mooi. Tegelijk heb ik met alle onderdelen ervan een haat-liefdeverhouding. Preken is prachtig, maar tegelijk moeilijk. Catechisatie geven is niet te doen, maar ook heel leuk. Pastoraat is belangrijk én een verrijking voor je eigen geestelijk leven, maar er is vaak te weinig tijd voor in een wijkgemeente met 1800 leden. Als je in mijn hart kijkt, staat de prediking op nummer één. Er is toch niets mooiers om te doen dan een boodschap brengen van heil en vergeving?”
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
“Ik volg supervisie bij Theo Witkamp, een docent die ik nog ken van mijn opleiding. Omdat ik gepromoveerd ben, ben ik een tijd vrijgesteld van nascholing. Maar na de supervisie is het tijd dat ik weer wat oppak.”
Waar kan de kerk haar rol pakken in de verantwoordelijkheid voor onze medemens en voor de schepping?
“Ik denk dat de wereld waarin we leven wel een beetje evangelie kan gebruiken. Uiteindelijk zijn alle mensen zoekers, of we nu christelijk zijn of niet. Vanuit de Bijbel klinkt de bevrijdende boodschap dat er een Ander is die zoekt. Ik denk dat daar de sleutel ligt om het christelijk geloof te begrijpen: het gaat er niet in de eerste plaats om dat wij vinden wat wij zoeken (geluk, voorspoed, waardering, liefde, een lang leven of een eeuwig leven), maar dat we door Hem gevonden worden. Als dat schaapje dat gevonden wordt door de Goede Herder. Ik hoop dat de prediking in en buiten de kerk veel vrucht mag dragen, want dan komt het vanzelf goed met medemens en schepping. Wat mij betreft zou de kerk wel wat drukker mogen zijn met het heil in Christus, het wezen van de kerk. Dan gaan we het daarna over andere zaken hebben.”
Welk boek, welke serie, film of podcast raad je je collega’s aan?
“Nooit meer alleen, een boekje dat ik onlangs zelf geschreven heb. Het gaat over liefde, huwelijk en seksualiteit in het licht van de Bijbel. Verder ben ik bijzonder gecharmeerd van de prekenbundels van ds. Rustige (overleden in 1963), waarin hij op een heel bijzondere manier het geestelijk leven onder woorden brengt. Daarnaast houd ik van politieke biografieën, zoals de serie ‘The years of Lyndon Johnson’ van Robert A. Caro. Als serie kan ik ‘Kamp van Koningsbrugge’ aanraden, waar de deelnemers allerlei moeilijkheden moeten doorstaan en daar levenslessen van leren. Ik doe er mijn voordeel mee als predikant.
De film CODA, dat staat voor ‘child of deaf adults’, komt voor mij heel dichtbij. Het is het verhaal van een kind van dove ouders. Ze moet voor haar ouders zorgen maar tegelijk probeert ze ook haar eigen weg in het leven te zoeken. We hebben zelf drie dove kinderen, dus ik weet hoe het zit. Daardoor doet deze film mij veel.
Verder raad ik de podcast ‘Als alles duister is’ aan, waarin hardstyle-dj Sefa in gesprek gaat met vijf predikanten, waaronder ik. Sefa is te vinden bij grote festivals als Defcon.1, maar werd ook geraakt door de cantates van Bach. Daardoor ging hij op zoek naar het christelijk geloof. Ik kende Sefa niet, maar hij mij wel – hij vertelde dat hij regelmatig preken van me beluistert. Ik vond het gesprek met hem heel verrijkend. Het is fascinerend en mooi dat God dwars door kerkmuren heengaat om zijn koninkrijk uit te breiden.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“De berijmde Psalm 25 vers 7, die begint met ‘Gods verborgen omgang vinden, zielen waar Zijn vrees in woont’. Als klein kind werden deze woorden me op de lippen gelegd, later ontdekte ik hoe waar ze zijn. De verborgen omgang met God is het hart van het geloof. Ik geloof dat Hij zich daar persoonlijk laat kennen.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Het lijkt soms alsof het dienen van God in ons land steeds lager op het prioriteitenlijstje staat. Als geroepen dienstknecht van Hem doet me dat wel pijn. Gelukkig heeft God een lange adem. De kerk is niet van mij maar van Hem. De Koning zelf weet heel goed wat Hij doet, het loopt Hem niet uit de hand. Soms lijkt het voor ons bijna niet te zien dat God zijn koninkrijk blijft uitbreiden. Maar als ik dan hardstyle-dj Sefa hoor praten over het geloof dat hij vond, dan denk ik bij mezelf: ‘Kom op domineetje, gewoon moed vatten en doorgaan. Het Koninkrijk komt!’
Beluister het gesprek tussen ds. Gerard van Zanden en hardstyle-dj Sefa:
Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk: