Per 1 juni 2024 is Trijnie Bouw (1965) preses van de generale synode. Een rol die haar liefde voor de kerk met haar passie voor besturen samenbrengt. “Ik hoop dat de kerk een vindplaats blijft van vreugde en hoop.”
- doctoraal theologie aan de Universiteit van Utrecht, lerarenopleiding MOA (nascholing van afgestudeerde theologen voor godsdienstonderwijs), later de kerkelijke opleiding aan de Rijksuniversiteit Leiden
- vanaf 1 juni 2024 preses van de generale synode van de Protestantse Kerk, daarvoor gemeentepredikant van de Protestantse Gemeente Zaltbommel, Gouda, en Halsteren en Nieuw-Vossemeer.
- voelt zich verwant aan de protestantse en oecumenische stroming binnen de kerk.
Hoe ervaar je je roeping?
“Als kind en tiener was ik altijd bezig met geloof en bijbelverhalen. De keuze voor de studie theologie was dus ergens vanzelfsprekend, maar ik begon eraan zonder beroepsperspectief als predikant. Ik ben opgegroeid in een Gereformeerde Bondsgemeente waar het niet gewoon was een vrouw ‘op de kansel’ te hebben. Halverwege de studie twijfelde ik weleens of het de juiste keuze was geweest. Na het behalen van mijn doctoraal heb ik een lerarenopleiding gedaan en een aantal jaren in het onderwijs gewerkt. Toen ik daarna in een kerk terechtkwam die meer bij me paste ging het vlammetje weer branden en ben ik alsnog de predikantenopleiding gaan doen. Roeping is voor mij dus een proces, een weg die je gaat en waarbij je je gegeven talenten mag inzetten. ”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Als ik werk doe waar ik de zin van in zie, en bezig ben met de kern van de zaak. Plezier hebben in je werk is ook belangrijk, zodat je in een goede sfeer samen dingen kunt doen.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Door rust en ruimte te creëren in mijn agenda en in mijn hoofd. Vrije tijd moet je plannen, dat gaat niet vanzelf. Nee leren zeggen is ook heilzaam. Je bent zelf degene die je eigen agenda beheert. Als predikant heb je veel vrijheid in je werk. Dat is een zegen, maar kan ook een valkuil zijn. Het is belangrijk om innerlijke vrijmoedigheid te ontwikkelen om die vrijheid in te zetten.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Voorgaan in de kerkdiensten, omdat je er de wereld van het geloof met de wereld van nu kunt verbinden. Ik beleef veel plezier aan het maken van de liturgie en het zoeken van passende liederen, zodat de dienst van A tot Z een geheel is. Ook het leiden van uitvaarten is bijzonder om te doen. Daarnaast vind ik het mooi om processen te begeleiden. Met een groep samen op weg gaan en samen met een kerkenraad leidinggeven bijvoorbeeld. Zaken die in mijn rol als synodevoorzitter de kern van mijn werk worden.”
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
“De opleiding tot interim-predikant. Het is een combinatie van theologie en veranderkunde. Je krijgt er informatie die voor iedere predikant bruikbaar is.”
Met welke andersgelovige in je omgeving zou je graag eens om de tafel gaan?
“In Zaltbommel is er een interkerkelijke samenwerking met alle kerken in de omgeving. Daarnaast zijn er interreligieuze bijeenkomsten met moskeeën. Met de moskee die naast een van onze kerkgebouwen staat organiseren we jaarlijks een Burendag, en we werken samen in de opvang van vluchtelingen. Je hoeft niet hetzelfde te geloven om samen te werken aan vrede voor je stad en je wijk. Dat verlangen kun je samen delen, en daardoor ontstaat er begrip voor elkaar.“
Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je je collega’s aan?
“In het filmhuis zag ik ‘The Father’, een film waarin Anthony Hopkins een geweldige rol speelt als dementerende vader. Je ziet wat dat met hem en zijn dochter doet. Ook ‘The Old Oak’, een film die zich afspeelt in een vervallen plaatsje in Noord-Engeland, is een aanrader. De lokale bevolking kan zelf nauwelijks het hoofd boven water houden en ziet haar woonplaats steeds verder leeglopen. De huisvesting van Syrische vluchtelingen zorgt voor extra onrust, maar een onwaarschijnlijke vriendschap brengt de verschillende werelden voorzichtig tot elkaar.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“Het verhaal van de Emmaüsgangers (Lucas 24:13-35) is heel belangrijk voor me. Op 19 april 1998, de zondag na Pasen, werd ik bevestigd als predikant, en stond dit bijbelverhaal op het leesrooster. Er zit zo veel in dat verhaal: onderweg zijn met elkaar en onderweg zijn met de Heer, ook al zie je Hem niet. Het moment dat de ogen van de Emmaüsgangers opengaan is wanneer Jezus het brood met hen breekt. Dat is voor mij nog altijd erg betekenisvol."
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat de kerk een vindplaats blijft van vreugde en hoop, hoe klein of groot ze ook is. Ik hoop oprecht dat de zorgen - en die wil ik absoluut niet klein maken, want ik weet dat ze er in veel gemeenten zijn - niet omslaan in 'tobberigheid'. Want dan verdwijnt de vreugde van het kerk-zijn. Het bootje van de kerk mag klein zijn, maar het is de uitdaging om daarin met enige vrolijkheid op koers te blijven. Als we samen én met enthousiasme aan het werk zijn in en voor de kerk, doet dat ook wat met anderen om ons heen. Ik hoop daar vanuit de synode mijn steentje aan bij te dragen.”
Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk:
Foto: Nienke van Denderen Fotografie