Het thema ‘antisemitisme’ is regelmatig op de voorpagina’s van kranten te vinden en wordt besproken in de nieuwsrubrieken. Dat is opvallend, want de afgelopen decennia werd antisemitisme door velen als iets gezien van het verleden.
Het mocht elders in de wereld nog voorkomen, maar in Europa hadden we na de Tweede Wereldoorlog onze les wel geleerd: nooit meer antisemitisme. Toch is het nu weer een van de grote maatschappelijke thema’s, in Nederland, de rest van Europa en in de Verenigde Staten. Hoe komt dat? Waar komt dit antisemitisme vandaan? In een kleine serie gaan we op zoek naar achtergronden en verklaringen.
Juiste definitie
De eerste vraag die opdoemt, is heel eenvoudig: wat is antisemitisme eigenlijk? Over de juiste definitie van het begrip worden hele politieke debatten gevoerd. Toch is het begrip zelf nog maar relatief ‘jong’: het wordt voor het eerst gebruikt in de jaren zeventig van de negentiende eeuw. Het verwijst dan naar een politieke ideologie die past in hetzelfde rijtje als liberalisme, socialisme en christendemocratie. Elk van die politieke stromingen beoogt een betere samenleving te creëren en stelt daarvoor politieke maatregelen voor. De een wil meer vrije handel, de ander ziet klassenstrijd als noodzaak om bij de ideale wereld te komen. Het antisemitisme jaagt een harmonieuze samenleving na, waar iedereen onder ‘eigen mensen’ is en geworteld is in zijn eigen grond. Joden zijn de grote stoorzenders voor dit ideaalbeeld: zij zijn niet als ‘wij’, komen niet ‘van hier’ en zijn daarom slechts loyaal aan elkaar en hebben in de Europese samenleving een ontwrichtende functie.
Het woord antisemitisme mag dan van rond 1875 dateren, deze nieuwe politieke ideologie kon alleen zo invloedrijk worden omdat ze aansloot op veel oudere en dieperliggende vormen van Jodenhaat. Al vanaf de late Oudheid werden anti-Joodse ideeën de wereld ingebracht, ontstonden er negatieve stereotypen over Joden en kwamen er steeds meer negatieve verhalen over Joden. Al die anti-Joodse uitingen zijn onderdeel geworden van het ‘cultureel archief’ van Europa: ze hebben een plek gekregen in ons collectieve geheugen en worden van de ene op de andere generatie overgedragen. Vaak tussen neus en lippen door. Ondertussen zorgt dit er wel voor dat eeuwenoude anti-Joodse ideeën steeds weer de kop kunnen opsteken.
Politiek antisemitisme
Het politieke antisemitisme maakt gretig gebruik van dit veel oudere repertoire van anti-joodse beelden. De nazi-propaganda stond er bol van. Maar ook na 1945, toen het antisemitisme als politieke ideologie sneuvelde en bijna niemand zichzelf meer schaamteloos antisemiet noemde, bleven die beelden rondzingen.
Zo gaat het tot op heden. Antisemitisme is heel flexibel en dynamisch, past zich voortdurend aan nieuwe omstandigheden aan en put daarbij steeds weer uit het onderliggende repertoire van negatieve beelden en ideeën over joden. Die flexibiliteit maakt dat antisemitisme soms ook moeilijk te pakken is: het vermengt zich gemakkelijk met andere ideeën, maar bevestigt steeds de overtuiging dat Joden een bedreiging voor de wereld zijn. Bij het herkennen van antisemitisme is dat leidend: hoe worden Joden afgeschilderd, als gewone mensen of als een bedreiging? Kennis van de voornaamste anti-Joodse stereotypen helpt daarbij om het verschijnsel beter te herkennen. Die kennis komt in de volgende afleveringen aan bod.
Dit is deel 1 in een vierdelige serie. Lees aflevering 2:
Illustratie: Karel Kindermans