Een kerkdienst verloopt volgens een vaste orde, de liturgie. In deze serie komen de verschillende elementen aan bod. Prof. dr. Marcel Barnard, hoogleraar Praktische Theologie/Liturgiewetenschap aan de PThU en aan de Universiteit van Stellenbosch, Zuid-Afrika, licht ze toe. Drie gemeenten vertellen over hun praktijk. Deze keer: zending en zegen.
Het hele leven is een eredienst aan God, de kerkdienst is daar als het ware een verdichting van. Het einde van de eredienst is een overgangsmoment: de kerkdienst is voorbij, we gaan de kerk uit, het leven in. De gemeente wordt gezonden, haar missie in de wereld begint of gaat weer voort. Dat wordt met eenvoudige woorden in één of twee zinnen gezegd: ‘Gaat heen in vrede, in de verwachting van de toekomst van de Heer.’ Die verwachting is tegelijkertijd een opdracht om tekenen van het Koninkrijk op te richten, om het vuur van de Geest aan te blazen. Daarom past bij deze ‘zending’ heel goed een (bewerking van) de Tien Woorden, de Tien Geboden (Dienstboek, 845-846): dit is de missionaire opdracht van de gemeente.
En dan, ten slotte, klinken de grote woorden van de zegen van Aäron (Numeri 6:24-26) of van de apostolische groet zoals Paulus die formuleert (2 Korintiërs 13:13; Filippenzen 4:7). De man of vrouw die de leiding heeft in de gemeente, de predikant, heft daarbij de armen en legt zo de zegen, de kracht van de barmhartige en genadige God, als het ware op de gemeente. Maar ook kan de voorganger bij deze grote woorden een kruisteken maken: zegen komt van het Latijnse signum – teken: het teken van het kruis. De gemeente wordt onder het teken van het kruis geplaatst, nog is het geen Pasen, ‘dit is het einde niet’. De gemeente leeft in het nog-niet, in de verwachting van Gods Koninkrijk. In de kerk is het altijd Advent.
Zie ook: Dienstboek - Schrift, Maaltijd, Gebed, 893-894, 181-182, 710-712, 845-846
Van links naar rechts: ds. Monica Schwarz, ds. Alfred Post en ds. Harold Oechies
“Het Licht de wereld in blazen”
Elke viering eindigt met een opdracht: de wereld weer in te gaan. Dat hoeven we niet alleen, want de Eeuwige gaat met ons mee. Vaak gebruiken we daarvoor moderne bewoordingen en ook vaak liederen: dan zingen we elkaar Gods zegen toe. Gebaren horen daar ook bij. Bijvoorbeeld wanneer we bij een maaltijdviering in een grote kring door onze kerk staan en dan tijdens de zegen onze rechterhand leggen op de linkerschouder van wie naast ons staat. Zo zijn we verbonden met elkaar én verbonden met de Eeuwige. Door de week is er in kleine kring een stilteviering, geïnspireerd op de getijdevieringen in kloosters. Tot besluit komt het meest wezenlijke: het Licht van de kaars wordt naar ons toe geblazen, de wereld in. Neem het mee, in je hart, naar je huis, zodat het daar zal blijven branden – en zodat wij ervan kunnen uitdelen aan elkaar. Zo zijn we gezegend én kunnen we elkaar tot zegen zijn!
Ds. Monica Schwarz, Open Oecumenische Gemeente De Bleek, Almelo
“Genade, liefde en gemeenschap”
Aan het einde van de eredienst wordt de gemeente heengezonden. De eredienst is bijna ten einde, de taak in de wereld wacht weer. Ik spreek de woorden ‘Verhef uw harten tot God, ga heen in vrede en ontvang de zegen van de Heere’. Als gezegende mensen mogen we tot zegen zijn voor mensen die God op ons pad plaatst. Aan deze klassieke woorden van heenzending heb ik in de loop der tijd enkele elementen toegevoegd. Dat is ten eerste de oproep ‘Bewaar het Woord’. Naar aanleiding van een jaarthema over de wederkomst, ‘Verwacht de komst van de Heere’. En in coronatijd ben ik bij de heenzending ook gaan zeggen ‘Ontvang de zegen voor uzelf en voor allen die bij u horen’. Daarna volgt met wijd uitgespreide armen de zegenbede ‘De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen’. (2 Korintiërs 13:13) Deze genade, liefde en gemeenschap is wat ieder mens nodig heeft en waar ons hoogste geluk in bestaat.
Ds. Alfred Post, Hervormde Gemeente Elim, 't Harde
“Diversiteit in verwoordingen”
Voor de tekst van de wegzending en zegen maak ik graag gebruik van verschillende verwoordingen. Van de twee traditionele Bijbelse, maar ook van meer eigentijdse. Ik merk dat kerkgangers die diversiteit op prijs stellen. ‘Hé, nu hoor ik wat nieuws en ben ik een en al aandacht!’ Ik zoek vaak een zegen waarin het thema van de dienst terugkomt, en eventueel ook het slotlied. Soms gebruik ik daarvoor ook de inleiding op de zegen.
Een mooie eigentijdse zegentekst vond ik ooit bij wijlen Klaas Hendrikse:
Oude woorden ten besluit die zeggen dat:
God voor je is om je een weg te bereiden.
Naast je om je mensen te geven die je vasthouden in tijden van verdriet en rouw.
Onder je om je te dragen in tijden van moedeloosheid.
Bij je om je te vullen met vrede en kracht.
Met je als een steun in je rug, als de grond onder je voeten, als het vuur in je hart.
Moge het zo zijn!
Ds. Harold Oechies, Centrumkerk, Protestantse Gemeente Bilthoven
Lees meer in de serie 'Orde van dienst':